Beste docenten,
Orde in de klas is een voorwaarde voor kwalitatief onderwijs. Toch geeft de overgrote meerderheid van de docenten in Nederland aan geregeld last te hebben van lesverstoringen. Gelukkig is hier iets aan te doen. Op deze pagina beschrijf ik een relaxte, systematische manier van orde houden.
Laten we bij het begin beginnen. Waarom is orde houden eigenlijk nodig? Het antwoord op deze vraag is wat mij betreft simpel. In sommige klassen zijn er leerlingen die op sommige momenten de les verstoren of voor frustraties zorgen bij de docent en dit ondanks het feit dat een docent zijn les goed voorbereid heeft en betrokkenheid toont bij de leerlingen. Ik zie het als volgt. Natuurlijk is het belangrijk dat docenten welwillend zijn, luisteren naar leerlingen en de leerlingen enige vrijheid geven, maar er is wel een grens. Deze grens wordt wat mij betreft bereikt wanneer de onderwijskwaliteit in het geding komt of als de docent niet in staat is op een prettige manier zijn werk uit te oefenen. Als één van deze dingen gebeurt, moet er worden opgetreden. Mijn logica is daarom als volgt:
Elke leerling heeft recht op goed onderwijs en elke docent heeft er recht op zijn baan op een prettige manier uit te oefenen. Daarom moet een overtreding hiervan leiden tot een consequentie.
De confrontatie aangaan is natuurlijk niet altijd gemakkelijk, maar het is soms wel nodig. Orde in de klas is namelijk een voorwaarde is voor onderwijs.
De vraag is alleen, hoe kunnen we dit voor elkaar krijgen? En nog belangrijker, hoe kunnen we dit doen op een manier die de les minimaal verstoord, weinig energie kost en gemakkelijk te administreren is? Tevens is het belangrijk dat de methode duidelijk en rechtvaardig is en gemakkelijk uit te leggen is aan ouders and de schoolleiding.
Hoe kunnen we dit bereiken? In eerste instantie geef ik les zonder veel te letten op de orde in de klas. Als de les prettig verloopt, dan is orde houden immers niet nodig. In dit stadium laat ik het zelfs toe als een leerling op een goed moment een gepaste opmerking maakt. Een leerling stelt een vraag tijdens een natuurlijk moment. Een leerling corrigeert me bij het maken van een rekenfout terwijl ik iets op het bord schrijf. Ik vind dit allemaal prettige dynamiek. Als ik echter vind dat de les verstoord wordt door dit gedrag of het ervoor zorgt dat ik mijn baan niet meer prettig kan uitvoeren, dan leg ik de les even stil en geef ik dit duidelijk aan in de klas. Het is belangrijk deze grens duidelijk aan te geven, want de leerlingen hebben niet altijd door dat een bepaalde grens bereikt is voor een docent. Ik maak heel expliciet duidelijk hoe ik de situatie ervaar, wat de stappen zijn die ik onderneem, wat ik van de leerlingen verwacht en hoe lang de leerlingen dit moeten volhouden. Ik zeg bijvoorbeeld:
Iedereen even de aandacht. Ik vind het te druk worden in de klas. Ik ga vanaf nu goed letten wat er in de klas gebeurt. Bij een volgende overtreding zal de desbetreffende persoon zich moeten voorbereiden op een gesprek. Vanaf nu is het dus belangrijk dat iedereen goed op zijn eigen gedrag let. Houd dit vol tot het einde van de instructie.
Deze 'eerste waarschuwing' aan de hele klas is dus ook meteen de laatste waarschuwing. Prettig is dat het voor de eerste waarschuwing nog niet nodig is dat je door hebt wie de overtreding gemaakt heeft. Het is een waarschuwing voor de hele klas. Na dit moment geef ik anders les als docent. Mijn aandacht is nu zo veel mogelijk bij de klas, want als ik het ene lesverstorende gedrag opvang en het andere niet, dan kunnen leerlingen dat als oneerlijk ervaren.
Het probleem met de boodschap aan de klas is dat nu juist de leerlingen die de les verstoren de boodschap kunnen missen door niet op te letten en dan overdonderd worden als ze 'opeens' een opdracht mee naar huis krijgen. Op een gegeven moment zal het lukken om de boodschap heel duidelijk over te laten komen, maar je zou aan het begin gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld een gekleurd vel papier dat je met een magneetje aan het bord hangt als visuele reminder dat de waarschuwing gegeven is. Het voordeel hiervan is dat de visuele reminder tijdens de hele instructie zichtbaar blijft, terwijl de verbale waarschuwing slechts op één moment hoorbaar is.
Bij de eerstvolgende overtreding leg ik de onderstaande opdracht op de tafel van de desbetreffende leerling:
De docent nodigt je uit voor een gesprek naar aanleiding van een incident in de klas. Het gesprek vindt de eerstvolgende les plaats. Ter voorbereiding schrijf je een nette, handgeschreven brief met de volgende indeling:
Naam en datum Betreft: Zelfreflectie
Inleiding (60 woorden): Vertel feitelijk wat er gebeurd is. Beschrijf daarna hoe je de situatie ervaren hebt. Mocht je het oneens zijn met de beslissing van de docent, licht dit dan op een professionele manier toe.
Alinea (60 woorden): Vertel de achterliggende oorzaak van de gebeurtenis. Wellicht had je goede bedoelingen of waren er externe factoren van invloed op je gedrag. Je mag hier eerlijk antwoorden.
Alinea (60 woorden): Vertel wat je in de toekomst anders kan doen in een soortgelijke situatie. Zorg dat je met een realistische oplossing komt, waaruit blijkt dat je begrijpt dat de docent zijn baan op een goede en prettige manier moet kunnen uitvoeren.
Alinea (60 woorden) (ALLEEN ALS NIET OP TIJD/NAAR BEHOREN INGELEVERD) Omdat je deze opdracht niet op tijd of naar behoren ingeleverd hebt, heeft de docent jouw ouders gevraagd met je in gesprek te gaan over het incident in de klas. Vertel welk advies je van je ouders gekregen hebt.
Slot (40 woorden): Vat de belangrijkste boodschap van de brief nog eens in een zin of twee samen.
Naam Handtekening ouder (ALLEEN ALS NIET OP TIJD/NAAR BEHOREN INGELEVERD)
Als ik de opdracht geef, dan noteer ik ook snel de naam van de leerling en de overtreding. Het is belangrijk dit goed bij te houden, want leerlingen willen nog wel eens misbruik maken van onduidelijkheden.
Er is in de opdracht bewust gekozen om de aandacht te vestigen op preventie van het negatieve gedrag in de toekomst. Eerst krijgt de leerling echter een kans zijn gevoel een plekje te geven en zijn verklaringen te benoemen. Het voordeel hiervan is dat leerlingen vaak pas na deze stappen in staat zijn naar oplossingen te zoeken.
Het gesprek vindt de volgende les plaats tijdens het zelfstandig werken. Als de toelichting van de leerling duidelijk is en de leerling begrijpt wat van hem verwacht wordt, dan kan dit gesprekje na een paar zinnen klaar zijn. Als de leerling niet begrijpt waarom hij deze opdracht heeft gekregen, dan duurt het gesprek iets langer.
Als de leerling de opdracht niet op tijd of naar behoren inlevert, dan neem ik dezelfde dag nog telefonisch contact op met de ouders en is extreme gevallen nodig ik ze zelf uit op school. Omdat leerlingen dit vaak vervelend vinden, werkt dit als een goede motivator om het werk de eerste keer al goed in te leveren en serieus te nemen. Een gesprek met een ouder leid ik vaak als volgt in:
U spreekt met de natuurkunde docent van uw dochter. Bel ik gelegen? (Ja). Fijn. Ik wilde u even om hulp vragen. Uw dochter was van de week na een waarschuwing van mij nog luidruchtig tijdens mijn instructie en ik had haar daarom uitgenodigd voor een gesprek om dit in de toekomst te voorkomen. Ze moest zich hier thuis schriftelijk op voorbereiden. Dit heeft ze echter ook niet gedaan. U zou me erg helpen als u met uw dochter zou praten over dit incident en haar zou verzoeken de opdracht alsnog te maken. Dan is wat mij betreft het probleem opgelost (Ok). Zou u het werk ook willen ondertekenen? (Is goed) Dank.
De vriendelijke opzet en de duidelijke bewijsvoering (waarschuwing + toch doorgaan + opdracht niet gedaan) maakt het een simpele boodschap. Ook is het niet mijn intentie het probleem bij de ouders neer te leggen, maar vraag ik de ouders om hulp. Vaak zijn ouders blij als ze op deze manier door school worden ingelicht over het gedrag van hun kind. Ik heb tot nu toe nog geen geval gehad waarbij de ouders niet bereid waren mij hierbij te helpen (hoewel dit natuurlijk niet ondenkbaar is).
Het contact leggen met ouders kan veel werk zijn, maar het geeft een krachtig signaal naar de leerling en de rest van de klas. De leerlingen komen niet weg met negatief gedrag. Je hebt hier de rest van het jaar profijt van.
De methode heeft nog een paar voordelen. Ten eerste is het op deze manier niet nodig de leerling uit de klas te sturen en mist de leerling dus geen lestijd. Ten tweede wordt de opdracht vaak als vervelend gezien door de leerlingen omdat deze vrije tijd kost. Dit zorgt ervoor dat leerlingen de opdracht willen mijden. Deze aspecten zin direct overgenomen uit de methode die de orthopedagoog Astrid Boon voorstelt in haar boek 'Straf/Regels'. Tevens vermijd je met deze opdracht een van de meest onuitstaanbare aspecten in het onderwijs, namelijk de drang van veel storende leerlingen om met de docent voor de hele klas in discussie te gaan over jouw maatregel. Ik vertel de leerling dat als hij hiermee doorgaat, hij direct de grotere opdracht krijgt. Op deze manier is het nooit meer nodig verstrikt te raken in een nutteloze discussie met een leerling. Als een leerling dan nog doorzet, dan pas wordt de leerling uit de klas gestuurd. Mocht de leerling toch iets willen zeggen over de maatregel, dan kan hij dit na de les doen, maar zeker niet voor de hele klas. Mocht bij nader inzien mijn maatregel toch onterecht te zijn, dan leg ik dit uit en trek ik de opdracht terug. Geloof echter niet te snel de verhalen van de leerlingen. Ga af op wat je zelf gezien of gehoord hebt.
De methode is ook zo ontworpen dat het op veel momenten non-verbaal kan worden uitgevoerd. In veel gevallen is het voldoende met gebaren aan te geven wat de leerling anders zou moeten doen en de opdracht op de tafel van de leerling te leggen. De les kan dan ongestoord vervolgd worden. Op deze manier wordt de les minimaal onderbroken en gaat er zo min mogelijk aandacht naar het negatieve gedrag. Tevens ligt de opdracht nu direct in het zichtveld van de leerling. De helpt de leerling te herinneren niet verder in de problemen te komen en is een duidelijk signaal naar de klas dat je ook echt doet wat je zegt.
Ook kan het gebeuren dat er een algemene drukte in de klas ontstaat. Ik leg dan de hele klas weer stil en geef de waarschuwing. Als iedereen dan weer direct begint te praten, dan ga ik de rijen systematisch af en krijgen leerlingen de opdracht als ze zich niet naar behoren gedragen. Op deze manier krijg je de klas snel stil en laat je tevens zien dat je onpersoonlijk handelt. Wacht met individueel helpen tot het een paar minuten rustig is, want anders is de onrust snel weer terug.
Afsluiting
Het grootste voordeel van deze methode is dat het zichzelf uiteindelijk (bijna) overbodig maakt. Zelfs in de drukste klassen komt het op een gegeven moment slechts een enkele keer voor dat iemand de opdracht krijgt. Als dit stadium bereikt is, zal je merken dat de kwaliteit van jouw onderwijs explosief stijgt. Er kan eindelijk écht geleerd worden.
Ik hoor graag van jullie ervaringen,
S. P. Dinkgreve MSc
© 2016, Stephan P. Dinkgreve Natuurkunde voor de middelbare school